Transferzeefdruk (ook wel gewoonweg Transfer genoemd) heeft dezelfde opstartprocedure als gewone zeefdruk. Het grootste verschil van transfer t.o.v. gewone zeefdruk is de ondergrond waarop gezeefdrukt wordt. Waarbij er bij gewone zeefdruk textiel op de behandelingsplaten wordt gelegd, wordt er bij transferzeefdruk een soort papier met een silicone laag geplaatst. De inkt wordt dan rechtsreeks op dat papier gedrukt. Net als bij gewone zeefdruk wordt er steeds een andere zeef gebruikt voor elke kleur. De laatste kleur, meestal een dekkende onderlaag of een blocker (speciale inkt die het sublimatie-effect tegengaat bij Polyester), wordt ook nog eens besprenkeld met een dunne lijmlaag.
Het transferblad wordt dan bij elke kleur door een droogtunnel geplaatst zodat een optimale kwaliteit gegarandeerd kan worden. Dit geldt ook bij de laatste onderlaag met dunne lijmlaag.
Nadat de laatste laag droog is is het transferblad klaar voor gebruik.
Vervolgt wordt het transferblad d.m.v. een hotpers gedrukt op de gewenste kleding.
Er zijn ook speciale transfermachines die compacter zijn dan gewone zeefdrukmachines. Deze zijn dan ook speciaal gemaakt voor het maken van transfers.